De uitvoeringsstructuur die ondersteuning biedt voor mensen die een beroep doen op de Participatiewet laat zich lezen als een 'participatierotonde'. Inwoners stromen in als kandidaatwerknemer en nemen op basis van hun zelfredzaamheid (trede op participatieladder) en hun arbeidsvermogen (trede op werkladder) één van de drie afslagen:
- Regulier Werk voor degene die in staat is een arbeidsprestatie te leveren en een tijdelijke ondersteuningsbehoefte heeft. Doelen zijn duurzaam aan het werk te komen, de ondersteuning af te bouwen en een arbeidsovereenkomst met een reguliere werkgever te krijgen.
- Begeleid Werk voor degene die in staat is tot een zekere mate van arbeidsprestatie en een beperkte (tijdelijke of structurele) begeleidingsbehoefte heeft. Doelen zijn het verbeteren van de arbeidsprestatie en doorgroeien naar regulier werk en economische zelfstandigheid. Ook hier wordt geopteerd voor een arbeidsovereenkomst met een reguliere werkgever.
- Activerend Werk voor degene die door zijn/ haar beperking geen of geringe loonvormende arbeidsproductiviteit en een zorgvraag op diverse leefgebieden heeft. Doelen zijn dagstructuur, persoonlijke ontwikkeling, meedoen, het aanleren van werknemersvaardigheden en doorgroeien naar vormen van Begeleid of Regulier Werk. Samen met de betrokken kandidaatwerknemer wordt een zo passend mogelijke werkplek gezocht. Doelen en perspectief worden vastgelegd in een persoonlijk plan.
Het taakveld Arbeidsparticipatie gaat over Begeleid en Regulier Werk en valt onder de veranderopgave Doorbraak naar werk en heeft een relatie met de wijkprogramma's.
Arnhem streeft er naar om de instroom van inwoners in een Participatiewet-uitkering zoveel mogelijk te beperken. Tegelijkertijd proberen we de uitstroom van Arnhemmers naar werk zoveel mogelijk te bevorderen. Hiertoe worden diverse instroombeperkende en uitstroombevorderende maatregelen ingezet.
In het kader van het programma Doorbraak Naar Werk wordt in 2018 bezien welke maatregelen succesvol zijn en moeten worden geïntensiveerd, op welke maatregelen moet worden bijgestuurd, welke nieuwe interventies moeten worden opgestart, bij welke uitvoeringspartner de interventies het best kunnen worden gepositioneerd en welke maatregelen moeten worden afgebouwd?